De Vlaamse overheid en standaarden

De Vlaamse overheid zet in op een eenduidige standaard voor de uitwisseling van informatie. Het is de bedoeling om te zorgen voor meer samenhang en een betere vindbaarheid van data. Op die manier kan iedereen de gegevens makkelijker gebruiken. OSLO is een initiatief uit 2012 opgestart door de Vlaamse ICT-organisatie (V-ICT-OR). Hier werd de basis gelegd voor een open semantische informatiestandaard. Met de steun van de Vlaamse Overheid, werd dit project in een latere fase omgedoopt tot Open Standaarden voor Linkende Overheden (OSLO). Met OSLO zet informatie Vlaanderen samen met haar partners versterkt in op semantische interoperabiliteit. Het standaardiseren van de betekenis van informatie is essentieel om het Vlaanderen Radicaal Digitaal principe ‘vraag niet wat je al weet’ te realiseren. Daarnaast zijn semantische standaarden een belangrijke hefboom voor de interbestuurlijke dialoog en hergebruik van informatie door de private sector. De vocabularia en applicatieprofielen uit dit project werden ontwikkeld in co-creatie met Vlaamse administraties, lokale besturen, federale partners, de Europese Commissie en private partners (88 auteurs).


De coördinatie voor het informatie en ICT-beleid op Vlaams niveau gebeurt in het stuurorgaan Vlaams informatie en ICT beleid. Naast adviezen aangaande het digitale beleid aan de Vlaamse Regering te verlenen, staat het stuurorgaan ook in voor de onderlinge afstemming tussen strategische digitaliseringsprojecten, gebundeld in het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal.


Wat is linked data?

Linked Data is een methode om data te publiceren en daarbij ook de betekenis (semantiek) vast te leggen. Door de manier waarop de data worden weergegeven, kunnen ze met andere (linked) data op het web worden verbonden. De data zijn makkelijk op te vragen en uit te wisselen doordat ze worden weergegeven door een unieke http-link, een zogenaamde ‘URI’. Door de data als linked data weer te geven en te linken met andere linked datasets, ontstaat het ’semantische web’. Daarin zijn alle data met elkaar verbonden, net zoals webpagina’s met elkaar verbonden zijn. Een afstemming met internationale linked data standaarden en principes zorgt ervoor dat we informatie van overheden in Vlaanderen vlot kunnen combineren met externe datasets op het Web.

Interoperabiliteit

Om de uitwisselbaarheid van informatie te verhogen, dienen we volgens het European Interoperability Framework (EIF) in te zetten op verschillende niveaus van interoperabiliteit: juridische, organisatorische, semantische en technische. De verschillende niveaus binnen interoperabiliteitsraamwerken veronderstellen een vorm van maturiteit, waaruit volgt dat we dienen te starten met semantische en technische interoperabiliteit. Analisten en ontwikkelaars moeten bij elk project heel wat complexe architecturale beslissingen nemen met betrekking tot semantische (de betekenis van begrippen en de gebruikte syntax) en technische (communicatieprotocol) interoperabiliteit. Dit document wenst, zonder een uitspraak te doen over de gekozen technologie, richting te geven aan een aantal ontwerpbeslissingen, om te komen tot een betere uitwisselbaarheid van gegevens.


De methode die aangereikt wordt in dit document heeft twee belangrijke uitgangspunten, die in lijn liggen met de strategie van het het Europese Interoperabiliteitsprogramma ‘Interoperability solutions for European public administrations’ (ISA²) en de evolutie van het Wereldwijde Web.


  • Services zijn in lijn met de de ‘RESTful’- architectuur van het ‘World Wide Web’.
  • De semantiek wordt beschreven in vocabularia, waarvan de concepten bruikbaar zijn in verschillende toepassingsdomeinen, met RDF als datamodel.

Naar machine-leesbare informatie

Op de eerste Internationale Wereldwijde Web Conferentie in 1994 gaf Tim Berners-Lee (de uitvinder van het Internet) aan dat, hoewel het web een uitdagende wereld voor gebruikers geworden was, het nog steeds weinig machine-leesbare informatie bevatte. In 2006 poneerde Tim Berners-Lee de Linked Data-design-principes. Deze principes ‘herverpakken’ een aantal belangrijke architectuurprincipes van het Web en waren een belangrijk keerpunt voor de ontwikkeling van een machineleesbaar Web. Deze principes worden onderschreven door het ISA-programma en Informatie Vlaanderen . We illustreren deze principes aan de hand van het basisregister voor adressen in Vlaanderen (CRAB).


  • Principe 1: “Gebruik URI’s om dingen (objecten of subjecten in de reeële wereld, data-elementen uit een dataset, variabelen,...) te identificeren”.
    • Dit principe gaat over het toekennen van unieke en stabiele identificatoren.
    • URI’s zijn een meer gegeneraliseerde vorm van URL’s die je gebruikt om webpagina’s op te zoeken in je browser.
    • Alle adressen in Vlaanderen hebben een persistente identificator in lijn met de Vlaamse URI-standaard. Voorbeeld: http://data.vlaanderen.be/id/adres/2439103
  • Principe 2: “Gebruik HTTP URI’s zodat er naar deze dingen kan worden verwezen”.
    • Een goed voorbeeld is een ISBN-nummer. Boeken worden meestal geïdentificeerd via ‘International Standard Book Numbers’ (ISBN). Probeer er deze ISBN 978-1-4503-4859-1/16/11 in je Webbrowser te plakken. De webbrowser zal aangeven dat hij de pagina niet kan terugvinden en dat hij niet weet wat hij ermee kan doen. Hierover gaat dit tweede principe. Wanneer je gebruik maakt van HTTP-URI’s kan je er voor kiezen om deze opzoekbaar te maken via het Web. Voorbeeld: klik op de identificator of plak deze in je webbrowser http://data.vlaanderen.be/id/adres/2439103 en je krijgt meer informatie over dit adres.
  • Principe 3: “Wanneer iemand informatie opzoekt over een URI, geef dan nuttige informatie terug in lijn met de RDF standaard”.
    • Dit principe gaat over interoperabiliteit. Door gebruik te maken van dit eenvoudig datamodel kan informatie eenvoudiger uitgewisseld worden en vlotter gecombineerd worden met andere informatie op het web.
    • We gebruiken hier de OSLO-vocabularia die in lijn zijn met internationale standaarden zoals de ISA-core vocabularia, INSPIRE en W3C standaarden.Voorbeelden van beschikbare vocabularia zijn: persoon, adres, organisatie en publieke dienstverlening (niet exhaustief). Voorbeeld: verken de OSLO-vocabularia op http://data.vlaanderen.be/ns/ en de vocabularia in ontwikkeling op http://test.data.vlaanderen.be/ns/.
  • Principe 4: “Neem links naar andere URI’s op, zodat gebruikers andere informatie kunnen ontdekken”.
    • Dit laat mensen en machines toe om meer informatie te ontdekken door de koppelingen (links) te volgen. Voorbeeld: ontdek andere adressen in dezelfde straat door te navigeren via je browser http://data.vlaanderen.be/id/adres/2439103
    • Gebruikers van adressen kunnen verwijzen naar de URI’s van adressen, zodat hun data beter integreerbaar wordt. Voorbeeld: een natuurlijke persoon krijgt een domicilieadres dat gekoppeld is aan een adres-URI zodat het beter integreerbaar is in andere administratie processen, zonder de nood om dezelfde informatie meerdere keren te bewaren.